De meetlat – ik groeide ermee op. Als kind ging ik regelmatig mee met mijn vader en dan mocht ik hem helpen bij zijn werk. Hij is landmeter, zo iemand die het landschap in kaart brengt en met grensstenen markeert. Het gaf mij een gevoel van trots als ik voor hem die grote meetlat vast mocht houden, zodat hij deze van een afstandje kon aflezen.
Ik vond zijn werk leuk. Hij was veel buiten aan het werk, kwam in contact met verschillende mensen en werkte op verschillende plekken in dorpen, steden en in de natuur. Dus toen ik op school de opdracht kreeg een beroep te presenteren dat ik leuk vond, aarzelde ik niet lang en vertelde enthousiast over het werk van een landmeter. Ik was 13 jaar oud en de eerste belangrijke keuzes voor mijn verdere opleiding stonden voor de deur…
Na mijn presentatie riep de leraar mij bij zich. Ik schrok, had ik iets fout gedaan? De leraar vroeg verbaasd en bezorgd: “Waarom stel je dit beroep voor? Jij gaat toch naar het gymnasium om door te studeren en dan naar de universiteit?! Je gaat toch zeker geen beroepsopleiding doen?!”.
Daar was hij dan, die andere meetlat. Die onzichtbare meetlat van carrière en subtiele verwachtingen. Landmeter stond blijkbaar niet op de meetlat waar ze mij op school langs legden. Als je 5 jaar bent en je wilt later hetzelfde als je vader worden, dan is het schattig en vindt iedereen het leuk. Als je 13 bent en je doet het goed op school, is landmeter blijkbaar niet meer zo’n schattige ambitie…
En ik had zelf eerlijk gezegd nog nergens over nagedacht. Hoewel ik veel dingen leuk vond aan het beroep van mijn vader, was het niet per se mijn droomberoep. Ik wist niet heel duidelijk wat ik wel wilde en onbewust en ongemerkt werd die onzichtbare meetlat bepalend in mijn keuzes. Ik nam de kortste weg naar de universiteit. Het was voor mij de voor de hand liggende keuze, in lijn met het goedbedoelde advies van velen en het leek een veilige keuze: “je kunt er toch nog alle kanten mee op” werd dan gezegd.
Maar toch, tegen het einde van mijn studie en daarna met alle diploma’s op zak, kwam bij mij een gevoel van teleurstelling naar boven. Ik heb een leuke tijd gehad, veel interessante dingen geleerd en ik had het ook zeker niet willen missen. Maar die meetlat waar ik zo netjes aan had voldaan leek niet die dingen te meten die voor mij belangrijk zijn.
Door mijn eigen Big Five for Life helder te formuleren werd duidelijk wat voor mij de écht belangrijke dingen zijn: o.a. het buiten zijn en het contact met mensen. Het zijn dezelfde dingen die me in het beroep van mijn vader zo aanspraken. Met mijn Big Five heb ik nu een meetlat waarmee ik mijn eigen tevredenheid en succes kan meten. Het werkt als een kompas bij belangrijke keuzes.
We worden vaak genoeg en als vanzelf met de maatschappelijke meetlat gemeten. Juist daarom is het zo belangrijk om daarnaast ook je eigen meetlat helder te hebben. Of je nu in het verleden de verkeerde of juiste keuzes gemaakt hebt, pas als je weet wat jij wilt kun je ernaar gaan handelen. Je kunt jouw persoonlijke succes uiteindelijk alleen met jouw eigen meetlat meten. Of om met Plato af te sluiten:
Ik ken geen zekere weg naar het succes, alleen een naar de zekere mislukking: het iedereen naar de zin willen maken.